Waar vind je nog een ober tegenwoordig? Een man in onberispelijk zwart en smetteloos wit. De rug gerecht en altijd sprekend met twee woorden?
Bij hotel Van der Werff dus. In de dorpskern van Schiermonnikoog. Waar de gebouwen dicht bij elkaar bescherming zoeken tegen de gure wind van zee. Van der Werff is een begrip, een monument. De koffiebruine huiskamer is een museum, een plek waar de tijd geen vat op krijgt. Daar horen echte obers bij, die achter de houten toog hun binnenwaaiende klandizie monsteren.
Hoewel: onberispelijk en smetteloos is het allemaal niet. Het kreukelige tafelkleed is doorzeefd met brandgaten; het heeft wel iets weg van het vettige gelaat van een puisterige puber. Ook onze ober ontbeert de frisheid die je van een Waddeneiland zou mogen verwachten. Met wallen als de duinen bij het Noorderstrand en een gebit als het kerkhof Vredenhof.
Cappuccino? Nee meneer, die hebben we niet. Wel gewone koffie. Of wilt u koffie verkeerd misschien? Gewone koffie dus. We denken terug aan ons vorige bezoek vijftien jaar geleden. Aan de eigenaar in zijn bevlekte zwarte pak, de dampende sigaret tussen zijn gelige vingers. Aan de afgeschreven, ongemakkelijke stoelen op het terras.
De koffie smaakt goed. De tafels in de naastgelegen eetzaal zijn leeggeruimd. Op Schier wordt vroeg gegeten. De werkloze obers klitten en ouwehoeren aan de bar. We rekenen af en kijken verbaasd naar de bon: 80 cent voor de koffie. Zelfs de prijzen zijn nog uit de vorige eeuw.