x

Wat zoek je precies?

In de tuin staat zijn visitekaartje. Een tubaspeler. Uit steen gehouwen door dezelfde knuisten die me bij de voordeur begroeten. Stevige, eeltige knuisten van de 85-jarige kunstenaar Martin Stolk. De man van de tubaspeler, maar ook van het wederopbouwmonument boven de Europatunnel. Het beeld van twee mannen die een balk oprichten, is een van de minst geziene kunstwerken van Hengelo. Duizenden automobilisten rijden er dagelijks onderdoor. Onwetend. ‘Jammer’, treurt Stolk in de met eigen kunst beklede huiskamer. ‘Ik vraag wel eens aan mensen of ze het tunnelbeeld kennen. Niemand. Iedereen heeft de blik op het asfalt gericht.’

Aanleiding voor mijn bezoek is het boek over het stadhuis, dat dit jaar 50 jaar bestaat. Stolk beitelde uit steen het gemeentewapen in de gevel van het gebouw. Hij werd ervoor beloond met een bezoek van prinses Beatrix, die met alle kunstenaars van het stadhuis een praatje kwam maken. Maar Stolk is meer dan beeldhouwer, vervolgt hij niet zonder trots. Hij sneed bijvoorbeeld ook het hout in de koorbank van de Plechelmusbasiliek: een tafereel met zingende kinderen, naar een scène van de Italiaanse kunstenaar Botticelli. Het houtsnijwerk is monument geworden.

Aan de muur in Stolks woning hangen twee violen. Zijn die soms ook…? ‘Ja, zelf gemaakt’, knikt de bejaarde houttovenaar. ‘De directeur van een Sloveense muziekschool heeft er een paar meegekregen. Daar worden nu concerten meegespeeld.’ En om de ongelovige bezoeker te overtuigen mag mevrouw Stolk een stukje spelen. Klinkt goed, zo’n spontaan huiskamerconcert met de Stradivarius van Hengelo.