Als ik haar een hand geef, voelt het nog wat ongemakkelijk. Maar al snel breekt het ijs en luister ik naar het verhaal van Aniek, die vroeger Arnout heette. Over de worsteling en de pijn. Over de kinderen die ze al twee jaar niet meer heeft gezien. ‘Als ik geen transgender was geweest, was het anders afgelopen.’
Aniek/Arnout wilde eigenlijk altijd al een meisje zijn. ‘Toen ik een jaar of 6 was, kregen we thuis een zak met tweedehandskleding van de familie. Daar haalde ik een jurkje uit om het stiekem op mijn kamer te passen. Ik vond meisjeskleding altijd leuker dan kleren voor jongens.’
Verder verliep het leven redelijk normaal. Getrouwd, kinderen, een goed lopend bedrijf in de IT. Totdat de behoefte om vrouw te zijn niet meer te stuiten was. ‘Ik reed op een dag naar Amsterdam om in een speciale winkel transgenderspullen te kopen: een pruik, vrouwenkleding, schoenen. Zo ben ik daar de straat opgegaan. Ook al was ik hartstikke zenuwachtig, het voelde als een bevrijding. Maar terug in Twente moest ik me omkleden en weer als man door het leven. Het was een enorme worsteling. Ik wilde zo eigenlijk niet verder.’
Uiteindelijk kwam Aniek/Arnout uit de kast. Het betekende het einde van het huwelijk. Daarna begon het medische traject en inmiddels is ze ook fysiek een vrouw geworden. ‘Ik voel me sterk en gelukkig nu. Ik ben thuisgekomen in mijn eigen lichaam. Een vrouw met iets extra’s, zo zie ik mezelf.’ Sinds ze samenwoont met haar nieuwe liefde Thea, heeft Aniek geen last meer van nachtmerries. ‘Pas geleden heb ik Thea gevraagd of ze met me wilde trouwen. Daarna vroeg ze ook mij ten huwelijk. Want, zei ze, een vrouw moet gevraagd worden. Prachtig toch?’