Fysieke tegenslagen hebben het leven van Yori Kamphuis bepaald. In positieve zin vooral. Met zijn persoonlijke ervaringen en zijn Hengelose bedrijf Coblue Cybersecurity wil hij nu de wereld verbeteren.
Kamphuis studeerde Technische Bedrijfskunde aan de Universiteit Twente. In 2007 maakte hij een studiereis naar Kenia, die zijn leven op de kop zou zetten. Een bus reed in op de auto waar hij in zat, hij vloog met zijn hoofd door de ruit, moest gereanimeerd worden, had een klaplong, brak zijn kaak, twee oogkassen en zes ribben.
Kamphuis liep permanente hersenschade op. De artsen zeiden dat hi eigenlijk niet verder zou kunnen studeren. Toch is hem dat gelukt. Hoe? ‘Vooral door positief te blijven en door te gaan. Ik ging na een half jaar weer studeren en haalde een 2 en een 3 voor wiskundevakken. In de herkansing waren het een 3 en een 4. De docent zei dat ik misschien maar moest stoppen met de opleiding. Ik zag het anders. Met die 3 had ik mezelf 50% verbeterd.’
Kamphuis heeft een ander gevoel gekregen bij het idee dat iets niet kan. ‘Het lukt niet, zeggen mensen wel eens. Ik vraag me dan af wat je werkelijk hebt geprobeerd. Als je de situatie accepteert zoals-ie is, kun je ook niets veranderen. Dat heb ik heel vaak tegen mezelf gezegd toen ik aan het revalideren was. En ik hou dat nu nog steeds in gedachten. Om een vraagstuk op te lossen of een technologische innovatie te ontwikkelen, moet je doorzetten en niet te snel opgeven.’
Hij zet zijn kennis nu in om de wereld te helpen verbeteren. Zijn bedrijf Coblue Cybersecurity ontwikkelt technologie om de IT-veiligheid binnen organisaties te verbeteren. In opdracht van de Nederlandse overheid werkt Coblue aan een platform voor het veilig opslaan en delen van bestanden. In het najaar komt dit systeem (Storro) beschikbaar. Het bijzondere aan Storro is dat het sterk versleutelde bestanden decentraal uitwisselt, waardoor een cyberaanval (DDoS) geen kans van slagen heeft. Kamphuis: ‘Ik geef nooit op. Ik ga net zo lang door tot iets werkt.’
Mijn volledige interview met Yori is volgende maand te lezen in het UT Magazine.