Ze zijn net een half jaar in Zuid-Afrika en het bevalt hen goed. Prachtig weer, mooi landschap, rust, ruimte en overweldigende natuur. Hun nieuwe bestaan als (wijn)boer op een behoorlijk landgoed in de Kaapse wijnstreek bevalt Cees en Anouk prima. Wel even wat anders dan hun stadswoning met een paar vierkante meter tuin in hartje Hengelo.
Maar Zuid-Afrika is ook het land van de tegenstellingen, van de sporen van apartheid die voorlopig niet uit te wissen zijn. Ik merkte dat toen ik er in augustus was. De gemeente Bonnievale, waar Cees en Anouk met hun twee kinderen wonen, is een prettig weinig-aan-de-hand dorp met een paar duizend inwoners. Het heeft een goed aangeschreven school voor de wijde omtrek, waar zowel blanken (de meerderheid) als kleurlingen naar toe gaan. Het heeft een hoofdstraat met winkels, een museumpje en horecagelegenheden. Het is er ook ’s avonds veilig.
De nieuwste aanwinst van Bonnievale is een hip café met terras. Je kunt er heerlijke zelfgebakken taarten en muffins krijgen, cappuccino en ook milkshakes in allerlei smaken. De plaatselijke bevolking komt er graag. Althans, het blanke deel. De enige donkergetinte aanwezigen zijn de dames in de bediening. Geen wonder want de prijs van een cappuccino komt overeen met het uurloon van een zwarte arbeider.
Iets buiten Bonnievale zie je nauwelijks blanken. De weg is er slechter (geen asfalt maar rood zand dat bij een regenbui verandert in glibberige modder). De blanken die hier wel komen, gooien hun afval op de vuilnisbelt. Ze worden opgewacht door armoedig geklede donkere jongetjes die helpen met uitladen en vragen om een paar Rand. Daarna zoeken deze schoffies, samen met de rondscharrelende varkens, tussen de hopen afval naar bruikbare spullen. Hun ouderlijk huis ligt recht tegenover de vuilnisbelt en bestaat uit golfplaten. Dit is de township van Bonnievale. In de volksmond: Plakkieskamp. Welkom in Zuid-Afrika, een land vol contrasten.