Het hoge wooncomplex heet Sky, het lage appartementengebouw heeft de naam Box gekregen. De bewonersvereniging noemt zich SkyBox. En niet alleen de naam is opvallend. Ook de gemeenschappelijke woonkamer van deze studentenappartementen wijkt af van het gangbare. De zelfgebouwde bioscoopzaal telt 60 stoelen, plus een bar met een zithoek en een poolbiljarttafel. Een paar keer per week gaat de gemeenschappelijke ruimte over twee verdiepingen, die vooral wordt gezien als huiskamer, open voor film, feest of inloop.
Ik ben op de campus van de Universiteit Twente om met eigen ogen te zien hoe de woonvoorzieningen in de loop der tijd zijn veranderd. Ik schrijf er verhalen over voor het lustrumboek van de UT, dat in april verschijnt. Duidelijk is dat het wooncomfort van de gemiddelde student in dik 40 jaar met sprongen vooruit is gegaan. Masterstudent Michael laat me zien hoe hij woont. Hij heeft 30 vierkante meter leefruimte voor zich zelf. Precies genoeg, al wordt het lastig om er een feestje te vieren met 40 gasten. ‘Heb ik een keer gedaan, maar dat was eigenlijk te veel. Gelukkig kun je dan uitwijken naar de gezamenlijke huiskamer.’
Michael heeft een aanrechtblok en een badkamer met wastafel, toilet en douche. Ter vergelijking: de eerste studentenwoningen op de Twentse campus, gebouwd in 1964, hadden een oppervlakte van 11 tot 16 vierkante meter. Een mogelijkheid om eten te koken ontbrak. Voor een warme maaltijd gingen de studenten elke dag naar de mensa. Michael kan zich er nauwelijks iets bij voorstellen. Tja, tijden veranderen.