In de genen van auteur Jaap Scholten heeft zich het industrieverleden van Twente genesteld. Vader Ludwig Jan Herman was de laatste fabrikant uit een bekende Enschedese textieldynastie. Moeder Helena Catharina Albertina Stork komt uit een familie die in Hengelo een imperium in de machine-industrie opbouwde.
Jaap ging zijn eigen weg. Hij koos voor het avontuur en het schrijverschap, maar heeft zich nooit helemaal losgemaakt van zijn afkomst. In twee boeken komt het familieverleden prominent voorbij, en niet onverdeeld positief. Zo geeft de semi-autobiografische roman Tachtig (1996) geeft een ontluisterend kijkje in de mores van een textielfabrikantengeslacht, waar drijfjachten belangrijker lijken dan het wel en wee op de fabriek.
Nu schrijft Jaap Scholten aan een boek met tien verhalen rondom tien voorvaderen, allemaal leden van de families Scholten en Stork. Hij baseert zich op uniek archiefmateriaal: een oude familiekoffer barstensvol documenten. Notitieboekjes, dagboeken, brieven, glasnegatieven, testamenten. ‘Je hoort daarin de stem van de mensen. Je proeft hun onafhankelijkheid van geest. Avonturiers waren het.’
Wat hem opviel in die documenten? ‘De eerste generaties zijn heel strenge, hardwerkende fabrikanten. Daarna zie je meer excentriekelingen binnen de familie. Tante Anna Scholten bijvoorbeeld was een beetje gek, ze zette een dadaïstisch tijdschrift op en bracht dat op een step rond in Enschede. Oom Chuck Stork trouwde vijf maal en verhuisde naar Amerika waar hij afwisselend puissant rijk en straatarm was.’
De tien kleurrijke verhalen vormen de basis voor het Huis van Verlangen, een soort magic box in museum TwentseWelle volgend voorjaar. Mijn volledige interview met Jaap Scholten is te lezen in de novembereditie van het magazine TwentseWelle.