Turkse taxichauffeurs hebben een reputatie. En niet bepaald een goeie. Na vijf dagen Istanbul kan ik er een beetje over meepraten.
Les 1 is: doe, zodra je instapt, je jas uit. In de auto kan de temperatuur al vrij snel oplopen. Niet eens zozeer door het verhitte gemoed van de man achter het stuur, maar vooral omdat de verwarming standaard op de hoogste stand staat.
Les 2: geloof nooit een chauffeur die zegt dat-ie de weg naar jouw bestemming kent. Istanbul is een chaotische metropool met bijna 20 miljoen mensen en ontelbare straten zonder straatnaambordje en/of huisnummer. Niet zo gek dat je een straat niet kent. Maar een trotse Turkse man zegt natuurlijk nooit dat-ie iets niet kan of niet weet. Hij rijdt gewoon, terwijl hij zich afvraagt waar hij in Allah’s naam toch moet zijn. De TomTom biedt geen redding, want die heeft de gemiddelde taxi in Istanbul niet.
Zo verdwalen wij dus op weg naar een interview met volleybalster Neslihan Demir. Na 5 kwartier dwalen zien we nog steeds geen sporthal in de opgegeven buitenwijk. De chauffeur, vloekend en ten einde raad, vraagt een voorbijganger. Het loopt uit op een scheldpartij. Hij rijdt moedeloos door, gooit woest het stuur om en schuift met de bodem gevaarlijk over een hoge stoeprand. Het is genoeg zo, vinden we. We vragen de chauffeur te stoppen en stappen uit. Een nieuwe taxi dan maar. We vinden eindelijk de straat, maar zien alleen fabrieken. En pas na een half uur heen en weer rijden bereiken we onze bestemming. De sporthal ziet er uit als een fabriek, inclusief security. Niemand in de buurt weet kennelijk wat daar gebeurt.
Tot slot nog les 3: neem vooral een taxi in Istanbul en geniet. Het is een geweldige manier om die prachtige stad te leren kennen. Je kijkt je ogen uit. En het is goedkoop: 5 uur in de taxi voor 80 euro. Waar kun je dat nog tegenwoordig?